De eerste week van het zomerverlof is aangebroken en ik besluit een kleine ronde van Vlaanderen te doen. De eerste halte is Hamme dat is niet zo ver van mijn deur, je kan er overnachten op de parking gelegen in de Hamveer. Die ligt net aan de Mira brug over de Durme. De brug kreeg haar naam en bekendheid dankzij de Nederlands-Belgische speelfilm Mira. Mira de verfilming uit 1971 naar het boek De teleurgang van de Waterhoek van Stijn Streuvels door Fons Rademakers, met Willeke van Ammelrooy en Jan Decleir in de hoofdrollen. Het script was van Hugo Claus. De film zelf zou voor heel wat ophef zorgen, vanwege de erotisch getinte scenes die in de film voorkwamen.
Verder is er Den Bunt een wandeling van 8,99 km, die ik jammer genoeg niet gedaan heb omdat ik eigenlijk gefocust was op de Mira brug. Maar voor de wandeling ga ik de volgende keer zeker en vast nog eens terug. En er is ook nog het brugwachtershuisje aan de Mirabrug. Er bestaan plannen om het in te richten als brasserie en volgens een foto in de krant zou het zo goed als onherkenbaar verminkt worden.
Of hoe politiekers en zakenlui voor geld alweer een stukje erfgoed laten verdwijnen enkel en alleen voor het geldgewin.
De volgende morgen na het ontbijt rij ik meteen verder richting Willebroek, ik hou halt aan het fort van Breendonk. Parkeren doe ik op de grote aanpalende parking.
Ik ben nog te vroeg en maak van de gelegenheid gebruik om de LMC binnenin eens af te stoffen. Wat later als de poort is open gegaan begeef ik mij naar binnen.
Bij de aankoop van je ticket krijg je ook een digitale gids in bruikleen.
Die verteld je allerlei dingen over hoe het dagelijkse leven was in het fort. De SS gebruikte het fort vier jaar lang voor de opsluiting van Joden en politieke gevangenen. Voor velen was ‘Auffangslager Breendonk’ de laatste halte voor het transport naar Auschwitz.
Het is al in de namiddag wanneer ik het fort verlaat terug in de LMC neem ik eerst iets om te drinken en bekijk ik al eens vlug het gemaakte fotomateriaal.
Van links naar rechts :
SS-Untersturmführer Ernst LAIS (Baden-Baden)
SS-Hauptscharführer Walter MÜLLER (Neu-Haldesleben)
SS-Sturmbannführer Philip SCHMITT (kampcommandant) (Düsseldorf)
SS- Untersturmführer Franz WILMS (München-Gladbach)
SS-Untersturmführer Arthur PRAUSS (Charlottenburg).
In het midden met hond Philipp Schmitt, kampcommandant van het Fort van Breendonk en tevens ook van de Dossinkazerne in Mechelen. Schmitt valt in de maand mei 1945 in de handen van de geallieerden , en wordt opgesloten in een Nederlandse gevangenis .Op 20 november 1945 wordt hij door toedoen van Paul Lévy overgebracht naar België en opgesloten in Breendonk .Philipp Schmitt wordt op 29 november 1949 ter dood veroordeeld en gefusilleerd op 9 augustus 1950 om 6 u ' s morgens.
Arthur Prauss, SS-luitenant uiterst rechts op de foto. De beul van Breendonk, op 2 september 1944 vlucht hij met de laatste SS'ers naar Düsseldorf. Volgens Duitse bronnen zou hij gesneuveld zijn bij de Slag om Berlijn op 19 april 1945, maar dit is niet helemaal zeker. Men heeft een handtekening die op de zijne lijkt teruggevonden met de datum 3 mei 1945. Een voormalige Hongaarse SS'er beweert hem gezien te hebben in Hannover samen met een andere "beul van Breendonk", De Vlaamse Brusselaar Richard De Bodt, in februari 1947.
Ik had er ook kunnen overnachten op de parking maar ik besloot om meteen verder te rijden richting Vladslo. Het Deutscher Soldatenfriedhof Vladslo is een militaire begraafplaats in de Belgische plaats Vladslo nabij Koekelare. Er rusten 25.644 gesneuvelde Duitse soldaten uit de Eerste Wereldoorlog. Op de begraafplaats staan de granieten beelden van het Treurend Ouderpaar, gemaakt door de Berlijnse kunstenares Käthe Kollwitz in herinnering aan haar achttienjarige zoon Peter Kollwitz. Hij had vrijwillig dienst genomen als musketier en was op 23 oktober 1914 in het naburige Esen gesneuveld. Het graf van Peter ligt vlak voor het treurende ouderpaar.
Het originele grafkruisje van Peter Kollwitz staat in het In Flanders Fields Museum.
In het beeldenpaar heeft Käthe Kollwitz een gebeiteld portret gemaakt van zichzelf en haar man Karl. De gescheiden beelden beleven hun verdriet elk voor zich. De knielende vader staart naar het graf van zijn zoon en heeft de armen voor de borst gekruist. De moeder is afgebeeld met gebogen hoofd en heeft haar hand in haar nek gelegd, alsof ze een kind wiegt.
In het beeldenpaar heeft Käthe Kollwitz een gebeiteld portret gemaakt van zichzelf en haar man Karl. De gescheiden beelden beleven hun verdriet elk voor zich. De knielende vader staart naar het graf van zijn zoon en heeft de armen voor de borst gekruist. De moeder is afgebeeld met gebogen hoofd en heeft haar hand in haar nek gelegd, alsof ze een kind wiegt.
Na mijn bezoek gaat het richting Diksmuide naar camping De IJzerhoeve. Maar als ik aan de spoorwegbrug over de ijzer kom krijg deze een opknapbeurt en kan ik er niet onderdoor. Dus moet ik mij daar even gaan draaien op de parking. Het koste mijn Zenec Bloed, zweet en tranen om mij langs smalle West Vlaamse baantjes naar de camping te loodsen. Daarbij kreeg ik enorm last van zweetbilletjes toen ik daar plots oog in oog met een tractor stond. Stapvoets rij ik verder, het is millimeter werk links en rechts. Het is de tractor of de gracht. Even flitste De Groote NV door het hoofd die was mij ooit in het verleden al eens moeten komen takelen toen ik zo goed was geweest om uit te wijken met mijn bestelwagen voor een ongeduldige idioot. Gelukkig liep alles goed af en eens aangekomen op de camping boek ik voor twee nachten. Het is al laat en eens alles aangesloten, is het tijd om de maaltijd van de dag te bereiden. De volgende dag eerst nog een bezoekje aan de Vliegenierskapel om wat foto's te maken en even halt te houden aan de ijzertoren.
Daarna gaat het richting ijzerdijk waar ik links afsla het Stiltepad op. In 2014 werd het stiltepad aangelegd. Het traject volgt een oude verbindingsloopgraaf, "de loopgraaf van de hoop" genoemd, tussen de Dodengang en het dorp Kaaskerke, dat in 1914 werd omgebouwd tot een groot loopgravencomplex, een versterkte burcht. De ruïne midden op het Stiltepad is een overblijfsel van de hoeve Sabbe, die heropgebouwd werd na de Eerste Wereldoorlog. Ook hier weer eens een mooi voorbeeld van hoe politiekers de boel verneuken door er een attractie van te maken. In plaats van de picknicktafel recht tegenover de ruïne te plaatsen gaan zij ze er middenin één neerplanten, om dan nog te zwijgen over de rest van de rommel dat daar niet thuis hoort. Ik neem dan ook niet eens de moeite om foto's te maken en ga terug naar de ijzerdijk. Daar sla ik terug links af richting Dodengang en deze maal heb ik de betaalkaart wel bij.
De Dodengang is een complex van bewaarde loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog. en ligt naast een bocht van de IJzer in Kaaskerke deelgemeente van Diksmuide. Het complex is het laatste stuk van het Belgische front uit de Eerste Wereldoorlog op de Frontzate. Duizenden Belgische soldaten kwamen er in de periode van 1914 tot 1918 om het leven. Het Belgische leger werd in 1914 teruggedreven tot Bachten de Kupe, waar in oktober 1914 de Slag om de IJzer plaatsvond.
De Dodengang was een vooruitgeschoven post in het verdedigingssysteem en vormde een uitstulping naar de Duitse posities. Duitse strijdkrachten gingen in de nacht van 21 op 22 oktober 1914 de IJzer over bij Tervate. De Belgische posities rond de dodengang waren tot in 1915 niet dieper dan een halve meter. Daarna werden ze uitgediept en versterkt met een seinpost, mitrailleursnesten en een smalspoor voor de aanvoer van munitie en mensen. Om te vermijden dat de Duitsers de loopgraaf in zouden nemen was er een uitbouw die de opmars moest tegenhouden, 'de Ruiters schans'. De Belgische en Duitse loopgraven lagen op slechts enkele meters van elkaar, er gebeurden soms raids. Als bescherming hiertegen is de 'muizenval' aangelegd op het einde van de Dodengang. Prikkeldraad, klemijzers en een bunker met schietgaten hielden er de Duitsers definitief weg.
De volgende morgen na het ontbijt en de afwas, verlaat ik de camping nadat ik de wc cassette heb geledigd en vers water heb bij getankt begeef ik mij richting Oostende we parkeren de LMC op de parking van het Provinciedomein Atlantikwall Raversyde dit bevat een natuurpark en de Atlantikwall Raversyde. We wandelen naar binnen prijs voor het ticket bedraagt 8 € maar achteraf bekeken meer dan zijn geld waard. In Atlantikwall Raversyde wandel je door twee Wereldoorlogen in bunkers en loopgraven. De meer dan zestig bunkers, observatieposten en geschutstellingen, verbonden door twee kilometer open of onderaardse gangen, vormen samen één van de best bewaarde delen van de Duitse verdedigingslinie ‘Atlantikwall’. Deze werd door de Duitsers gebouwd tijdens de Tweede Wereldoorlog van de Frans-Spaanse grens tot in Noorwegen. Op het domein bevindt zich ook de enige bewaarde Duitse kustbatterij Batterij Aachen uit de Eerste Wereldoorlog. Het Paviljoen waar Prins Karel tot aan zijn dood in 1983 vertoefde, kan je hier ook komen ontdekken. Bovendien is er ook het natuurpark, dat garant staat voor 50 hectare unieke natuurbeleving aan de Kust. Provinciedomein Atlantikwall Raversyde is een uniek stukje natuur in Oostende. Het domein ligt gedeeltelijk in beschermd duingebied en biedt de bezoekers een prachtig kader om wandelend te ontdekken.
Op het einde van mijn bezoek ga ik ook nog eens langs in het huisje dat toebehoorde aan Prins Karel. In 1950 kwam Prins Karel op het domein wonen, tot aan zijn dood in 1983. Prins Karel was het waarnemend staatshoofd van België tussen 1944 en 1950, als vervanging van zijn broer, Koning Leopold III, die na de oorlog niet kon terugkeren naar ons land. Prins Karel breidde het domein uit en bewaarde de constructies uit de twee wereldoorlogen.
Aangezien ik op de parking niet mag overnachten verlaat ik Raversyde in de namiddag, er is geen tijd meer om het natuurgebied te verkennen. maar op weg naar de LMC ontmoet ik een oude man in een rolstoel die aan het wandelen is met zijn hondje. Hij was ooit ook nog fotograaf geweest en hoe snel alles veranderd is op gebied van fotografie. Na het uitgebreid gesprek neem ik afscheid en wat later zet ik mijn weg verder richting Zonnebeke.
Daar zou een parking zijn waar ik kan overnachten ze ligt aan het Memorial Museum Passchendaele, maar ik kan de ingang van die parking niet vinden en dus rij ik verder naar men volgende doel. Tyne Cot Cemetery en zijn bezoekerscentrum is een van de grote begraafplaatsen rond de Ieperboog. Door zijn ligging vlakbij Passendale herinnert ze ook aan de massale slachtingen die hier plaatsvonden. Bij helder weer zie je zowel de torens van Ieper als van Passendale. Er werd drie maand gevochten om Passendale met vele tienduizenden doden als gevolg en 8 kilometer terreinwinst. Het plan om door te stoten naar de kust om de U-boten te stoppen was mislukt. In het voorjaar van 1918 namen de Duisters het dorp weer in om er pas in september 1918 weer uitgedreven te worden. Rond de bunker op de begraafplaats zie je dat de graven chaotisch door elkaar liggen, dat deel werd in de oorlog als een ‘battlefield cemetery’ (slagveldbegraafplaats) in gebruik genomen. Er was geen tijd om de graven netjes op geordende lijnen te delven.
Er zijn die dag vrij veel bezoekers uit Groot Brittannië en er patrouilleren zelfs politiemensen over de begraafplaats.
Wanneer ik klaar ben met fotograferen wandel ik terug naar de camper en neem iets uit de koelkast om de dorst te lessen, ondertussen bekijk ik al eens vlug het fotomateriaal. De volgende stap is dan maar naar Ieper. Daar is een parking waar ik kan staan en overnachten. Maar in Zillebeke passeer ik nog een begraafplaats die van de Hooge Crater Cemetery het is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de eerste Wereldoorlog, ze ligt aan de Meenseweg op 1,9 km ten noordoosten van Zillebeke dorp. De begraafplaats werd ontworpen door Edwin Lutyens en wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission.
Het terrein heeft rechthoekig grondplan met een oppervlakte van 13.938 m². De Stone of Remembrance staat in een cirkelvormige diepte die verwijst naar de mijnkraters en het Cross of Sacrifice staat aan de zuidelijke rand ervan. Er worden 5.923 doden herdacht (waarvan er 3.578, ofwel 60%, niet geïdentificeerd konden worden).
Reacties
Een reactie posten